Invoering van insolventieregisters in de Europese Unie

De eerste Europese Insolventieverordening, die alweer dateert van 2000, betekende de eerste regeling op EU-niveau in het kader van faillissementen. Inmiddels is ook (op 26 juni 2017) de opvolger van die eerste Insolventieverordening in werking getreden (Verordening nº 2015/848), die op een aantal punten verbeteringen en aanscherpingen in de bestaande regeling doorvoert. De Europese Commissie kwam na onderzoek in 2012 tot de conclusie dat de Insolventieverordening in het algemeen goed functioneert, maar dat het wenselijk zou zijn om de toepassing van bepaalde bepalingen ervan te verbeteren, zodat grensoverschrijdende insolventieprocedures efficiënter kunnen worden uitgevoerd.

In het kader van een doelmatige afhandeling van faillissementen met internationale aspecten is voorts voor Nederland belang dat per 1 juli 2017 de Wet versterking positie curator in werking is getreden. In dat kader is in artikel 105 lid 2 van de Faillissementswet opgenomen dat de failliet de curator moet informeren over het bestaan van eventuele buitenlandse activa en medewerking moet verlenen om de curator daarover de beschikking te geven.

De vraag is of deze regeling curatoren in de praktijk veel verder helpt aangezien de failliet die verplichtingen ook al had onder de oude wet. Is de failliet onwillig op dit punt, dan zal deze nieuwe regeling daar waarschijnlijk geen verandering in brengen. De curator doet er dan ook goed aan om zelf een onderzoek in te stellen naar het bestaan van buitenlandse activa. Voor Spanje geldt dat zo´n onderzoek doorgaans veel oplevert, relatief goedkoop is en snel kan worden uitgevoerd. De Spaanse openbare registers kunnen vrij eenvoudig door eenieder worden geraadpleegd. Daarbij komt dat Spanje geen territoriale beperkingen kent zoals bijvoorbeeld Frankrijk, waar niet op nationaal niveau naar bezittingen kan worden gezocht.

In het kader van een verdere transparantie van insolventies binnen EU-verband is voorts van belang dat op dit moment in Brussel gewerkt wordt aan een systeem van koppeling van de nationale insolventieregisters van de lidstaten. Deze registers zijn toegankelijk via het Europees e-justitieportaal. De nieuwe verordening bepaalt welke gegevens ten minste in die registers moeten worden opgenomen. De lidstaten zijn echter niet verplicht die gegevens in de registers op te nemen voor zover het gaat om natuurlijke personen die niet als zelfstandige een bedrijfs- of beroepsactiviteit uitoefenen.

In de registers wordt informatie over insolventies geregistreerd, geanalyseerd, opgeslagen en beschikbaar gemaakt voor het publiek, zij het in verschillende vormen, afhankelijk van het land. In lidstaten met specifieke registers wordt informatie bekendgemaakt over alle fasen van de insolventieprocedure en over de partijen bij de procedure. In lidstaten die andere registers gebruiken, loopt de situatie meer uiteen. In sommige landen worden alleen de naam en de rechtsvorm van een vennootschap bekendgemaakt, in andere landen ook informatie over de verschillende procedurefasen.

De koppeling van de registers moet met ingang van 26 juni 2019 zijn voltooid. Bij de Europese wetgever bestaat de hoop dat met het nieuwe systeem de belangen van failliete boedels in de diverse lidstaten, en daarmee de belangen van de schuldeisers in die faillissementen, beter kunnen worden gediend, doordat transacties waarbij de failliet buiten de curator om activa vervreemdt of waarbij een individuele schuldeiser daarop verhaalt neemt, kunnen worden voorkomen.

Mr M.H. Bressers – Bressers Law
Mr M.H. Bressers is Nederlands advocaat en Spaans abogado en is als zodanig ingeschreven bij de Orden van Advocaten te Den Haag én Barcelona.
Wilt u meer weten over ons kijk dan op onze website https://www.bresserslaw.com/nl