VRUCHTGEBRUIKSTESTAMENT IN SPANJE

Vaak wordt in een testamentaire constructie gekozen voor het legateren van het vruchtgebruik van de Spaanse woning aan de langstlevende echtgenoot of partner. Normaal gesproken wordt aan de vruchtgebruiker ook interings- en beschikkings-bevoegdheid toegekend. Dit heeft in Spanje echter onvoorziene fiscale gevolgen. 

Vaak wordt voor een vruchtgebruikslegaat gekozen in het geval van tweede huwelijken. Dan wordt meestal geen interings-en beschikkingsbevoegdheid toegekend. Ook wordt een vruchtgebruikslegaat in een testament opgenomen om fiscale redenen. In Spanje kan dat echter averechts uitvallen.

Er zijn drie kwesties waar rekening mee gehouden moet houden bij het afwikkelen van een nalatenschap in Spanje. De ene is van juridische -, de tweede van fiscale- en de derde van praktische aard.

Juridisch

Als in een testament voor de toepassing van Nederlands erfrecht wordt gekozen, dan is de verkrijging van het vruchtgebruik onderhevig aan Nederlands erfrecht. De regels voor het vruchtgebruik zelf zijn echter onderhevig aan het recht van de plaats waar het onroerende goed gelegen is (Lex Rei Sitae); in dit geval het Spaanse recht. De bevoegdheden van een vruchtgebruiker volgens Nederlands recht zijn veel ruimer dan die volgens Spaans recht. Zo kan het dus gebeuren dat een Nederlandse notaris meent dat er vanzelfsprekend een aantal bevoegdheden aan een vruchtgebruik toegekend worden die in Spanje echter niet niet in de wet zijn vastgelegd. Het is daarom aan te raden dat in het testament uitgebreid opgenomen wordt welke bevoegdheden de vruchtgebruiker heeft. Alleen in die gevallen waarin het testament niet voorziet zijn dan de Spaanse regels van toepassing. Normaal gesproken worden de regels van het vruchtgebruik uitvoerig in een testament beschreven. Volgens Spaans recht heeft een vruchtgebruiker nooit automatisch interings-of beschikkingsbevoegdheid.

Fiscaal

De Spaanse fiscus belast de verkrijging van vruchtgebruik met interings- of beschikkingsbevoegdheid zwaar. Het vruchtgebruik met interingsbevoegdheid is in Spanje onderhevig aan een zogenaamde fictiebepaling, waarbij de Spaanse fiscus redeneert dat de vruchtgebruiker moet afrekenen ‘als ware’ hij de volle eigenaar en belast de blote eigenaren (meestal de kinderen) bovendien over de verkrijging van de blote eigendom; ook al kunnen zij het volledige recht op deze eigendom kwijtraken als de vruchtgebruiker de woning verkoopt. Bij een leeftijd van de vruchtgebruiker van bijvoorbeeld 69 jaar, moet deze aangifte doen over 100% van de waarde van de woning en de kinderen nogmaals over 80% van de waarde van de woning. Met de huidige kortingen op de erfbelasting in de meeste Spaanse regio’s zal de belastingbetaling in vele gevallen nog wel meevallen, maar als het om een woning met een hoge waarde gaat of er geen extra kortingen te verkrijgen zijn, dan kan dit een zware aanslag worden. Zeker als de vruchtgebruiker een niet geregistreerde partner is en -in de meeste Spaanse  regio’s- geen recht op kortingen heeft. Na het overlijden van de vruchtgebruiker kunnen de blote eigenaren een vervangende belastingaangifte doen waarin vastgelegd wordt in welke mate de vruchtgebruikster over de goederen heeft beschikt en vervolgens kunnen ófwel de kinderen ófwel de (erfgenamen van) de vruchtgebruiker de dubbel betaalde erfbelasting terugvorderen. Als de vruchtgebruiker nog twintig jaar na de verkrijging leeft, en de kinderen bij diens overlijden ook al op leeftijd zijn, dan moge het duidelijk zijn dat deze terugvordering in de meeste gevallen niet meer gedaan wordt. Wie weet er tegen die tijd nog dat er een bedrag van de Spaanse fiscus teruggevorderd kan worden?

Praktisch

Het is sowieso af te raden dat Nederlanders in Spanje een tweede testament voor hun Spaanse goederen opstellen. Mocht dat toch het geval zijn, dan zal een Spaanse notaris voor de bepalingen van het vruchtgebruik altijd kiezen voor het voor hem bekende Spaanse recht. Daar moet rekening mee gehouden worden als in het testament bepalingen met betrekking tot de interings- en beschikkingsbevoegdheid opgenomen moeten worden. Verder mag een legaat volgens Spaans recht door de legataris zelfstandig in bezit genomen worden en hoeft niet –zoals volgens Nederlands recht- door de erfgenamen afgegeven te worden.

Eén van de zaken waar sterk rekening mee gehouden moet worden met de vruchtgebruiksconstructie is dat het voor een vruchtgebruiker niet mogelijk is om het vruchtgebruik in het eigendomsregister te registreren zonder de medewerking van de blote eigenaren (meestal de kinderen) en dat een verkoop van de woning door de vruchtgebruiker weliswaar mogelijk is, maar zonder hun medewerking een zeer zware opgave zal worden. Daardoor kunnen deze een afwikkeling flink dwarsbomen.

Erik de Haan is fiscaal adviseur nalatenschappen en oprichter van Kompas Consulting, het adviesbureau voor de afwikkeling van nalatenschappen in Spanje. Erik en zijn echtgenote María Sánchez Moreno, de Nederlands sprekende notaris van Alicante, zijn de auteurs van het hoofdstuk Spanje van het Handboek Boedelafwikkeling, uitgegeven door de Universiteit van Groningen.