DE VERORDENING HUWELIJKSVERMOGENSSTELSELS (2016/1103)

Op 29 januari 2019 zal de Europese Verordening Huwelijksvermogensstelsels in werking treden. Net als de Europese erfrechtverordening zal deze het internationale privaatrecht harmoniseren, nu voor wat betreft het toepasselijke huwelijksvermogensrecht. In alle landen waar de verordening van toepassing is zullen dezelfde conflictregels gelden om vast te kunnen stellen welk huwelijksvermogensrecht van toepassing is, waardoor vastgesteld kan worden welke goederen aan welke echtgenoot toebehoren. Dit is de noodzakelijke eerste stap voor het afwikkelen van de tenaamstelling van goederen voortkomend uit een echtscheiding of om vast te kunnen stellen welke goederen tot een nalatenschap behoren.

De verordening zal helpen om op uniforme wijze situaties op te lossen waar echtgenoten verschillende nationaliteiten bezitten of verschillende residenties hebben en goederen aan willen schaffen of daarover willen beschikken. De verordening is van kracht in alle lidstaten van de Europese Unie, met uitzondering van Denemarken, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.

De verordening omvat drie verschillende soort normen, namelijk die met betrekking tot:

  1. Internationale jurisdictie;
  2. Erkenning en executie rechterlijke beslissingen;
  3. Toepasselijk huwelijksvermogensrecht.

Ad 1. Internationale jurisdictie

Notarissen in Europa hebben afwijkende competenties. Zo kan een Spaanse notaris bijvoorbeeld een huwelijk voltrekken of een echtscheiding uitspreken. In de verordening Brussel II (2201/2003) is al vastgelegd dat in het geval van buitenlandse residenten in Spanje de Spaanse rechtbank competent is om een echtscheiding uit te spreken. De Spaanse interne wetgeving met betrekking tot de vrijwillige rechtspraak (Ley de Jurisdicción Voluntaria, 15/2015) heeft later bepaald dat met ingang van 23 juli 2015 in Spanje de notaris die competentie met de rechtbanken deelt.

De Europese verordening bepaalt nu echter ook wie er competent is om te beslissen over kwesties met betrekking tot het toepasselijke huwelijksvermogensregime.

Ad 2. Erkenning en executie rechterlijke beslissingen

De nieuwe verordening is van toepassing op rechterlijke uitspraken met betrekking tot het huwelijksvermogensregime, en eveneens op beslissingen van de notaris met betrekking tot het huwelijksvermogensregime in landen zoals Spanje waar de notaris bevoegdheid heeft om echtgenoten te scheiden.

Op basis van de verordening zijn rechterlijke beslissingen (of beslissingen van de notaris) van een lidstaat van de Europese Unie beslissingen die in een andere lidstaat gerespecteerd moeten worden, altijd als deze niet ingaan tegen de openbare orde, zonder dat daarvoor een verdere procedure vereist is.

Rechterlijke beslissingen (of beslissingen van de notaris) van een lidstaat van de EU kunnen -onder bepaalde voorwaarden- in een andere lidstaat uitgevoerd worden.

Ad 3. Toepasselijk huwelijksvermogensrecht

Aan de hand van een voorbeeld kunnen we het belang schetsen van de nieuwe verordening huwelijksvermogensstelsels.

Een echtpaar gevormd door een Nederlander, gehuwd (na 1 september 1992) met een Spaanse en met eerste huwelijksdomicilie in Nederland verhuist naar Spanje waar zij vervolgens meer dan tien jaar resident zijn. Overeenkomstig art 9.2 van het Spaanse burgerlijke wetboek is de eerste huwelijksdomicilie doorslaggevend voor de bepaling van het huwelijksvermogensregime; oftewel het Nederlandse huwelijksvermogensregime zou in Spanje van toepassing zijn. Nederland bepaalt echter dat na de tien jaar residentie in Spanje Spaans huwelijksvermogensrecht van toepassing zou zijn. In Spanje hebben verschillende regio’s competentie om wetgeving vast te leggen en er bestaan in Spanje elf verschillende wetgevingen huwelijksvermogensrecht. In Madrid is bijvoorbeeld de beperkte gemeenschap van goederen van toepassing en in Barcelona koude uitsluiting. Indien het echtpaar uit dit voorbeeld resident in Barcelona zou zijn, dan zou in Spanje het Nederlandse huwelijksvermogensrecht van toepassing zijn (algehele gemeenschap van goederen) en in Nederland het Catalaanse (koude uitsluiting), wat natuurlijk grote problemen veroorzaakt bij de afwikkeling van een echtscheiding of nalatenschap. Daarvoor legt de verordening nu uniforme criteria vast.

Hier kan ik overigens aan toevoegen dat de verordening de binnenlandse rechtssystemen respecteert en dus niet verwijst naar het ‘Spaanse overkoepelende huwelijksvermogensrecht’, maar naar dat huwelijksvermogensrecht dat in de plaats van de residentie van de echtgenoten van toepassing is.

Volledig artikel (Spaanstalig):

http://www.elnotario.es/index.php/opinion/opinion/8659-los-reglamentos-2006-1103-y-2006-1104-y-la-actuacion-del-notario

María Sánchez Moreno is notaris te Alicante. Zij is vice-voorzitter van de UINL werkgroep voor internationale betrekkingen (CAE) en afgevaardigde in de Europese werkgroep voor onroerend goed en EUFIDES, het Europese digitale platform voor het notariaat. Zij is co-auteur van het handboek ‘Sucesiones’ van de Universiteit van Valencia en co-auteur van het hoofdstuk Spanje van het Handboek Boedelafwikkeling, uitgegeven door de Universiteit van Groningen.
Wilt u meer weten over ons, kijk dan op onze website http://mariasanchezmoreno.com/