Dubbele dubbele Erfbelasting 

Over een verkrijging uit een nalatenschap moet aangifte erfbelasting gedaan worden. Indien een nalatenschap goederen in twee landen omvat, bestaat het gevaar dat er in beide landen erfbelasting betaald moet worden. Nederland kent daarvoor het besluit ter voorkoming dubbele heffing. Een probleem is echter als deze twee landen zich competent allebei achten om over de universele nalatenschap te heffen.

Nederlandse erfbelasting

Nederland acht zich competent om erfbelasting te heffen over de universele nalatenschap in het geval de erflater resident in Nederland was, of Nederlander was en minder dan tien jaar uit Nederland was vertrokken. Nederland gaat in deze dus uit van de situatie van de overledene.

Spaanse Erfbelasting

In Spanje moet enerzijds aangifte erfbelasting gedaan worden over de universele verkrijging door een in Spanje residente erfgenaam of legataris en anderzijds over de verkrijging van Spaanse situsgoederen door een niet residente erfgenaam. Hierbij gaat Spanje in eerste instantie dus uit van de situatie van de erfgenaam.

Dubbele heffing

Zowel Nederland als Spanje hebben in interne wetgeving vastgelegd dat de dubbel betaalde erfbelasting in mindering gebracht kan worden. In Nederland is dat vastgelegd in het eenzijdig besluit ter voorkoming van dubbele heffing, en in Spanje is dat vastgelegd in de wet op de erf- en schenkingsbelasting zelf. In deze wet wordt er echter van uitgegaan dat de basisaangifte in het eigen land gedaan moet worden en de erfbelasting over buitenlandse situsgoederen in mindering gebracht kan worden.

Dubbele universele heffing

In bepaalde gevallen echter achten beide landen zich competent om over de universele nalatenschap te heffen. In het geval van een Nederlands echtpaar dat minder dan tien jaar voor het overlijden van één van de echtgenoten resident in Spanje is geworden, zal Nederland over de universele nalatenschap heffen en indien de langstlevende echtgenoot alle goederen ontvangt, zal Spanje ook echter over de universele nalatenschap heffen. De Europese Commissie heeft richtlijnen afgegeven over welk land in dergelijke gevallen ‘voorrang’ zou moeten verlenen. Zo zou het land waar de overledene woonde en waar de onroerende goederen gelegen waren preferentie moeten hebben. Deze twee criteria zijn helaas vaak tegenstrijdig. (Bijvoorbeeld: De overledene woonde in Spanje, maar had nog een huis in Nederland…) In de praktijk worden deze richtlijnen in beide landen dan ook niet gehanteerd, waardoor erfgenamen in dergelijke situaties de dupe kunnen worden. Geen van beide landen zal de universele vermindering van de heffing van het andere land willen toepassen.

Met een aangifte in verschillende fases is het hier echter toch mogelijk om er voor te zorgen dat in ieder land alleen de belasting over de situsgoederen die zich in dat land bevinden betaald hoeft te worden. Eenvoudig is dat echter niet.

Tripel dubbele erfbelasting

Er bestaan voorts nog situaties waarin het nog erger kan uitvallen. De Verenigde Staten -bijvoorbeeld- heffen over de wereldwijde nalatenschap van een Amerikaans staatsburger, ongeacht zijn plaats van residentie of die van zijn erfgenamen. Over de nalatenschap van een Amerikaans staatsburger die op het moment van overlijden resident in Nederland was, en waarvan de erfgenamen in Spanje wonen moet in drie landen aangifte erfbelasting over de universele nalatenschap gedaan worden. De vraag welk land over welk gedeelte van de aangifte vermindering toepast is een ingewikkelde…

Erik de Haan is fiscaal adviseur nalatenschappen en oprichter van Kompas Consulting, het adviesbureau voor de afwikkeling van nalatenschappen in Spanje. Erik en zijn echtgenote María Sánchez Moreno, de Nederlands sprekende notaris van Alicante, zijn de auteurs van het hoofdstuk Spanje van het handboek boedelafwikkeling, uitgegeven door de Universiteit van Groningen; hét naslagwerk voor de Nederlandse notaris. Zie ook onze website: www.kompasconsulting.es