Erfbelasting in Europa 

In meer dan de helft van de landen van de Europese Unie bestaat erfbelasting niet meer of bestaat deze alleen nog maar uit een zeer laag bedrag. In meer dan 15 van de Europese lidstaten vormt de erfbelasting minder dan 0,1% van het Bruto Binnenlands Produkt (BBP). België, Frankrijk en Nederland zijn de lijstaanvoerders van de erfbelasting in Europa.

De meeste landen van de Europese Unie kennen in hun fiscale systeem de erfbelasting. Echter zijn de tarieven in de meeste landen dalende en in een aantal landen al volledig afgeschaft. Zo kennen Zweden, Estland en Hongarije geen erfbelasting, en is deze in onder meer Italië, Kroatië en Portugal verwaarloosbaar, waar de erfbelasting minder dan 0,1% van het BBP bedraagt. Hierbij een kort overzicht van de belastingdruk per land in 2016, uitgedrukt in percentage van het BBP (1):

  • België  ………………………………….. 0,7%
  • Frankrijk ……………………………….. 0,5%
  • Nederland ……………………………… 0,3%
  • Duitsland, Spanje, Groot Britannië … 0,2%
  • Ierland, Griekenland …………………. 0,1%

In veel landen wordt gesproken over het verminderen of ‘afschaffen’ van de erfbelasting. In Spanje is deze discussie op dit moment zeer actueel. Gezien de labiele meerderheden die er in de nationale regering en in de deelregeringen van de autonome regio’s -die zelfstandig grote kortingen op de nationale tarieven voor erfbelasting kunnen toekennen- bestaan, zijn er veel partijen die de afschaffing of vermindering van de erfbelasting in hun verkiezingsprogramma hebben staan. Echter gaat het daar bijna altijd om afschaffing van erfbelasting voor erfgenamen in eerste graad (echtgenoten, afstammelingen en ascendenten). Voor overige familieleden en buitenstaanders zullen er altijd hoge tarieven blijven bestaan. In Spanje worden in veel regio’s geregistreerde partners en samenwonenden nog steeds als volledig buitenstaander belast bij de verkrijging van een erfenis.

Interessant om te vermelden is dat in 2016 de regio Madrid een stijging van 40% van de inkomsten uit erfbelasting kende wegens de betaling van de erfbelasting voortkomend uit de nalatenschap van de eigenaar van ‘El Corte Inglés’ die zijn volledige vermogen aan een neef naliet. Deze kon nagenoeg geen enkele korting verkrijgen. Verder is er na het overlijden van de Hertogin van Alva (Duquesa de Alba) een rechtszaak aangespannen door de regio Andalusië tegen de regio Madrid om aan te tonen dat de overledene ingezetene in Andalucía was, waardoor de volledige nalatenschap in Andalucía belast zou zijn geweest (de familie Alva is na de Spaanse Staat en de katholieke kerk de grootste onroerend goed bezitter in Spanje). In Andalucía zou de erfbelasting tot vele miljarden euro’s zijn opgelopen. Uiteindelijk oordeelde de rechter dat de overledene resident in madrid was en dat Madrid dus competent was om erfbelasting over haar nalatenschap te heffen en is er een bedrag van ‘slechts’ één miljoen euro over haar nalatenschap betaald.

Spanje incasseerde in 2016 een bedrag ter grootte van 2,7 miljard aan erf- en schenkingsbelasting (2) en Nederland in dat jaar 1,8 miljard (3).

De bovenstaande cijfers zijn ook enigszins vertekend, in die zin, dat het niet zo is dat je in het algemeen kunt stellen dat de erfbelasting in Nederland 50% hoger ligt dan in Spanje. Het hangt met name van de situatie van de erfgenaam af. Zo kent Nederland een zeer grote vrijstelling voor de langstlevende echtgenoot of partner (643.000 euro in 2018), maar waarschijnlijk de laagste korting in Europa voor kinderen (20.300 euro). In Spanje is in nagenoeg alle regio’s de belastingdruk voor echtgenoten gelijk aan die van kinderen. Gezien de relatief hoge kortingen in de meeste regio’s en het feit dat kinderen in de meeste regio’s in Spanje bij het overlijden van de eerste ouder ook al direct mee erven, is het overgrote merendeel van Spaanse nalatenschappen onbelast voor echtgenoten en kinderen. De inkomsten van de Spaanse staat voortkomend uit erfbelasting bestaan dan ook met name uit afdrachten voortkomend uit nalatenschappen voor partners, familieleden in verdere graad van de overledene (broers, zusters, neven en nichten), vreemden en…. buitenlanders die niet voor spreiding van de nalatenschap hebben gezorgd. Als alle goederen in Spanje aan de langstlevende echtgenoot worden toebedeeld zal dat in veel gevallen -zonder een deskundige begeleiding- een betaling van Spaanse erfbelasrting met zich meebrengen.

Conclusie:

Ook met lage tarieven blijft het van belang om de overgang van het familievermogen tijdig te plannen.

(1) bron: cinco días (2) bron: Spaans ministerie van Financiën (3) bron: Rijksjaarverslag

Erik de Haan is fiscaal adviseur nalatenschappen en oprichter van Kompas Consulting, het adviesbureau voor de afwikkeling van nalatenschappen in Spanje. Erik en zijn echtgenote María Sánchez Moreno, de Nederlands sprekende notaris van Alicante, zijn de auteurs van het hoofdstuk Spanje van het handboek boedelafwikkeling, uitgegeven door de Universiteit van Groningen; hét naslagwerk voor de Nederlandse notaris. Zie ook onze website: www.kompasconsulting.es